&kstars; configurerenInstellen van de geografische locatieHier ziet u een schermafbeelding van het venster Geografische locatie instellen: Veranderen van de Geografische locatieVenster Locatie instellenDit is een lijst van 3400 bekende steden waaruit u kunt kiezen. U stelt uw locatie in door een stad uit deze lijst te kiezen. Elke stad is op de wereldkaart te zien als een klein stipje, en als een stad in de lijst is gekozen ziet u in de wereldkaart een rode kruisdraad op de locatie daarvan. Hulpmiddel geografische locatieFilterenHet is niet handig in een lijst van 3400 locaties te gaan bladeren, op zoek naar een bepaalde stad. Om dit eenvoudiger te maken kan de lijst worden gefilterd door in de velden onder de kaart tekst in te vullen. Bijvoorbeeld, in het schermbeeld ziet u de tekst Ba in het vak Stedenfilter, terwijl M is ingevuld in het vak Provinciefilter en VS in het vak Landenfilter. Merk op dat van alle steden die u in de getoonde lijst ziet de namen van de steden, provincies en landen beginnen met de ingevoerde teksten en dat het bericht onder de filters aangeeft dat er 7 steden zijn gevonden die passen bij de filters. Merk ook op dat de stippen die bij deze 7 steden behoren in de wereldkaart wit zijn gekleurd, terwijl de andere stippen nog grijs zijn. De lijst kan ook worden gefilterd naar de locatie in de kaart. Ergens op een locatie in de kaart klikken toont u alleen de steden binnen twee graden van die locatie. Op dit moment kunt u alleen zoeken op naam of op locatie, maar niet op beide tegelijk. Met andere woorden: als u op de kaart klikt worden de naamfilters niet gebruikt, en omgekeerd. Hulpmiddel geografische locatieAangepaste locatiesDe informatie over lengte, breedte en tijdzone van de huidig geselecteerde locatie wordt getoond in de vakken onder in het venster. Als u vindt dat die niet goed is kunt u die veranderen door op de knop + (toevoegen aan lijst) te klikken en zo uw aangepaste locatie opslaan. U kunt ook een geheel nieuwe locatie opgeven door te klikken op Velden wissen en de gegevens van de nieuwe locatie in te voeren. Merk op dat alle velden met uitzondering van die van de optionele Provincie:/Land: moeten worden ingevuld voordat de nieuwe locatie aan de lijst kan worden toegevoegd. &kstars; zal automatisch uw aangepaste locaties inlezen bij volgende sessies. Merk echter op dat, tot dusver, een aangepaste locatie alleen kan worden verwijderd door in het bestand kstars/mycities.dat in de map qtpaths . Als u eigen locaties toevoegt (of bestaande wijzigt), wilt u dan uw bestand mycities.dat toesturen zodat we uw locaties kunnen toevoegen aan de hoofdlijst. De tijd instellenDatum en tijdDe simulatieklokAls &kstars; opstart wordt de tijd ingesteld op de systeemklok van uw computer en loopt de klok van &kstars; gelijk op met de werkelijke tijd. Als u de klok wilt stoppen selecteert u het menu-item TijdKlok stoppen of u klikt gewoon op het pictogram Klok stoppen in de werkbalk. U kunt de klok sneller of langzamer laten lopen, en zelfs achteruit, met de draaischakelaar voor tijdstappen in de werkbalk. Deze draaischakelaar heeft twee stellen op- en neerknoppen. Met het eerste stapt u door alle 83 beschikbare tijdstappen, een voor een. Met het tweede gaat u naar de eerste hogere (of lagere) tijdseenheid, waardoor u grote veranderingen in de tijdstap sneller tot stand kunt brengen. Datum en tijdInstellenU kunt tijd en datum instellen met het menu-item TijdTijd instellen... of door te klikken op het pictogram Tijd in de werkbalk. In het venster Tijd instellen wordt een standaard widget Datumkiezer (widget (beeldelement) voor het kiezen van de datum) van &kde; gebruikt, samen met twee draaischakelaars voor het instellen van de uren en minuten. Als u de simulatieklok weer wilt instellen op de juiste computertijd, klikt u gewoon op het menu-item TijdActuele tijd instellen.Datum en tijdUitgebreid bereik voor data&kstars; kan zeer ver verwijderde datums aan buiten de gewone beperkingen die van Qdate. U kunt nu een datum instellen tussen de jaren -100000 en + 100000. In volgende versies zullen we dit bereik misschien nog verder uit kunnen breiden. Maar denk er wel aan dat de nauwkeurigheid van de simulaties steeds minder goed wordt als steeds verder weg gelegen datums worden gebruikt. Dit is vooral het geval voor lichamen in ons zonnestelsel. Het venster &kstars; instellenVenster &kstars; instellen In het venster Configureren - &kstars; is het mogelijk een groot aantal weergaveopties te veranderen. U krijgt toegang tot dit venster met het pictogram in de werkbalk Configureren of door menu-item Instellingen&kstars; configureren... te kiezen. Dit venster ziet u hieronder afgebeeld: Configureren - &kstars; vensterConfigureren - &kstars; vensterHet venster Configureren - &kstars; wordt ingedeeld in veertien pagina's: Catalogi, Zonnestelsel, Satellieten, Supernova's, Hulplijnen, Terrein, Overlays van afbeeldingen, Kleuren, FITS,INDI, Ekos, Xplanet, Gevorderd en Ontwikkelaar. Venster &kstars; instellenPagina CatalogiIn de pagina Catalogi bepaalt u in verschillende eigenschappen van het tonen van de ster en deep-sky objectcatalogi. Venster &kstars; instellenZonnestelselIn de pagina Zonnestelsel kunt het afbeelden van Zon, Maan, planeten, kometen en planetoïden instellen. Venster &kstars; instellenPagina voor satellietenIn de pagina Satellieten kunt u de afbeeldingsopties voor satellieten instellen. Venster &kstars; instellenPagina Supernova'sIn de pagina Supernova's kunt u regelen hoe in &kstars;. supernova's worden getoond. Venster &kstars; instellenPagina voor hulplijnenIn de pagina voor Hulplijnen kunt u aan of uit zetten hoe non-objecten worden afgebeeld (bijv. grenzen van sterrenbeelden, namen van sterrenbeelden, contouren van de Melkweg). Hemelcultuur U kunt hier een Hemelcultuur: kiezen voor de lijnen en namen van sterrenbeelden. Deze versie van&kstars; bevat gegevens voor meerdere hemelculturen. Venster &kstars; instellenPagina TerreinTerreinafbeeldingAanpassenIn de pagina Terrein kunt u het terrein- of landschapsafbeelding instellen en zijn versnellingsopties configureren. Venster &kstars; instellenPagina Overlays van afbeeldingOverlays van afbeeldingAanpassenIn de pagina Overlays van afbeelding kunt u uw eigen afbeeldingen toevoegen en beheren die getoond zullen worden in de hemelkaart. Venster &kstars; instellenKleurenKleurenschema'sAanpassenIn de pagina Kleuren kunt u de kleuren instellen, en uw eigen kleurenschema's maken. Voor een uitvoerige uitleg van de opties op de FITS--pagina: zie FITS instellen. Voor een uitvoerige uitleg van de opties op de INDI--pagina: zie INDI instellen. Voor een uitvoerige toelichting op astrofotografie met behulp van Ekos, zie de sectie over Ekos in deze handleiding. Venster &kstars; instellenPagina XplanetOp de Xplanet- pagina provides fine-grained control over Solar system planet surface renderer Xplanet (should be installed separately). Venster &kstars; instellenPagina GeavanceerdIn de pagina Geavanceerd heeft u een nauwkeurige controle over het meer subtiele gedrag van &kstars;. Venster &kstars; instellenPagina GeavanceerdDe pagina Ontwikkelaar biedt u het in- of uitschakelen van een paar opties die het meest nuttig zijn voor ontwikkelaars of voor mensen die zoeken naar hulp bij debuggen. Deze schakelen het opslaan van afbeeldingen in tijdens autofocus, volgen en uitlijning van Ekos. CatalogiCatalogiVenster voor catalogiVenster voor catalogiPagina catalogiKort overzichtIn de pagina Catalogi kunt u instellen welke objectcatalogi er in &kstars; worden getoond, en ook hoeveel informatie er in de hemelkaart moet worden weergegeven. Standaard toont &kstars; ~300,000 benoemde en onbenoemde sterren tot aan magnitude (helderheid) 8. voor het tonen van deep-sky objecten zijn is de catalogus: New General Catalog (NGC) ingevoegd, die de Index Catalog (IC) bevat en de Messier Catalog. De New General Catalog of Nebulae and Clusters of Stars (afgekort als NGC), is een catalogus van 7840 deep-sky objecten. De Index catalogus voor nevels en sterrenhopen (afgekort als IC), is een supplement voor de NGC-catalogus, en bevat een verdere 5386 objecten, die collectief bekend staan als de IC-objecten. U kunt nieuwe catalogi installeren met het Add-on installatieprogramma van &kstars;. U kunt deze openen in menu-item GegevensNieuwe gegevens downloaden.... U kunt uit een lijst van catalogi kiezen, inclusief (maar niet beperkt tot): Steinicke NGC/IC Catalog: is een meer volledige NGC/IC catalogus. Abell Planetary Nebulae Catalog: is een catalogus van 86 planetaire nevels. De maximum magnitude (zwakste helderheid) is die van Abell 47: 19,5. Sharpless HII region Catalog: is de Sharpless (Sh2) catalogus van HII gebieden (diffuse nevels). Hickson Compact Groups: is een catalogus bestaande uit 99 compact groepen van melkwegstelsels. Tycho-2 Star Catalog: is een catalogus van meer dan 2,5 miljoen helderste sterren. Hierin zijn sterren met een magnitude van 8,0 tot 12,5. USNO NOMAD Catalog: is een catalogus met ongeveer 100 miljoen sterren met een magnitude van 12,5 tot 16,5. Let erop dat ook Tycho-2 moet zijn geïnstalleerd.. Hier volgt een opsomming van catalogi in &kstars;:
SterrencatalogiNaamAfkortingAantal objectenMagnitudeAdd-OnStandaardStandaard catalogusStandaard~300,000Tot aan magnitude 8NeeJaTycho-2Tycho2meer dan 2,5 miljoen8.0-12.5 JaNeeSamengevoegde astronomische gegevens van de Naval ObservatoryUSNO NOMAD100 miljoen12.5-16.5JaNee
Catalogi met deep-sky objectenNaamAfkortingAantal objectenMagnitudeAdd-OnStandaardNew General Catalog of Nebulae and Clusters of Stars (OpenNGC)NGC7840-NeeJaSteinicke NGC/IC---JaNeeAbell Planetary Nebulae Catalog-86Tot aan magnitude 19,5JaNeeSharpless HII region CatalogusSh2--JaNeeHickson Compact Groups-99-JaNee
A potentieel meer up-to-date lijst is te vinden in de catalogusopslagruimtedocumentatie. CatalogiStercatalogiIn het gedeelte Sterren kunt u het tonen van sterren instellen. U kunt het wel of niet tonen van sterren instellen met behulp van het keuzevakje voor Stercatalogi. Indien het keuzevakje is geselecteerd, ziet u meerdere opties. U kunt instellen hoeveel sterren er worden weergegeven met d schuifbalk voor de Sterdichtheid. U kunt ook het weergeven van namen en magnitudes aan of uitzetten. Namen van sterren worden naast de heldere sterren geplaatst. Als u ook de namen van zwakkere sterren wilt zien, moet u de schuifbalk voor de Namendichtheid: wat naar rechts schuiven. CatalogiDeep-Sky CatalogiOnder de sectie sterren, bestuurt de sectie Deep-Sky objecten het tonen van verschillende niet-stellaire objectcatalogi. U kunt het tonen van Deep-Sky objecten omschakelen en het tonen van hun namen en magnitudes. Standaard omvat de lijst met deep-sky objecten de Messier, NGC en IC catalogi. Extra catalogi zijn beschikbaar via het menu-item GegevensNieuwe gegevens downloaden..., waar u catalogi kunt downloaden die geleverd zijn door het team van &kstars; en de gemeenschap via de catalogus-inpak-opslagruimte. De schuifregelaar DSO minimale zoom bestuurt het minimale zoomniveau voor welke van de DSO's worden getoond. Het minimale zoomniveau verhogen kan leiden tot presentatieverbetering bij rondkijken van de uitgezoomde hemelkaart. De schuifregelaar DSO-cachepercentage regelt hoeveel van de DSO mastercatalogus in geheugen wordt gehouden. Als u problemen met het geheugen ervaart met grote catalogi, probeer dan het percentage te verlagen. De schuifregelaar Labeldichtheid bestuurt de waargenomen dichtheid van labels voor de DSO's. Als labels beginnen met elkaar te overlappen en de hemelkaart begint overbevolkt te geraken, probeer dan deze optie af te regelen. De Helderheidslimiet in-/uitzoomen reguleert tot op welke magnitude objecten getoond worden op de hemelkaart (hogere magnitude is zwakker). Als Objecten met onbekende magnitude tonen is geactiveerd, worden objecten met onbekende magnitude altijd getoond. De volgende secties detailleren hoe DSO catalogi in &kstars; werken en hoe ze worden beheerd.De DSO catalogi-databaseDeep-Sky CatalogiDatabaseDeep-Sky CatalogiDatabasesysteemDeze sectie heeft als doel een de catalogi-database van &kstars; te introduceren in eenvoudige maar technische termen. Het kan overgeslagen worden zonder dat iets essentieels ontbreekt maar helpt bij het begrijpen van hoe om te gaan met catalogi en aangepaste aan te maken. DSO catalogi in &kstars; zijn gewoon SQL (sqlite3) databasetabellen. Elke catalog wordt gerepresenteerd door zijn eigen tabel die al zijn objecten bevat en een item in een metagegevenstabel in de catalogus. Bovendien, catalogi kunnen geïmporteerd of geëxporteerd worden uit en in alleenstaande databasebestanden. Elk object heeft de gebruikelijke eigenschappen zoals naam en coördinaten maar heeft ook twee ID's. De eerste ID is de unieke identifier voor het specifieke object en wordt berekend uit een hash van alle objectvelden samen met de catalogus-id. Omdat objecten in verschillende catalogi zich kunnen bevinden heeft elk object een additioneel object-id (OID) dat het fysieke object identificeert en gedeeld kan worden door verschillende objecten uit verschillende catalogi. Om zoeken van een object te versnellen zijn alle ingeschakelde catalogi samengevoegd in een mastertabel. Elke catalogus heeft een prioriteitsnummer en als verschillende objecten met dezelfde OID verschijnen wordt diegene uit de catalogus met de hoogste prioriteit geladen. De objecten uit de mastercatalogus worden op de hemel getekend en zijn algemeen beschikbaar in &kstars;. Op dit moment wordt duplicaten verwijderen (de toekenning van OID's) alleen ondersteund door de hulpmiddelen van de catalogus-inpak-opslagruimte. Het doel van deze hulpmiddelenketting is om reproduceerbaar catalogi te bouwen in een homogene omgeving. Iedere catalogus is geïmplementeerd als een python-module en levert standaard methoden om gegevens te verwerven, ze te ontleden en duplicaten te vinden in andere catalogi. Alle te downloaden catalogi zijn op deze manier geïmplementeerd. Als u zelf een catalogus voor uzelf beschikbaar wilt maken voor &kstars;, wordt het aangeraden dat u het implementeert als een pakket in de opslagruimte. De geleverde hulplijnen daar zijn zo flexibel, dat het voor u zou moeten werken. Voor meer informatie over hoe dat te doen zie de catalogus-inpak-opslagruimte. Als u niet vertrouwd bent met programmeren in python dan kunt u het toevoegen van een catalogus verzoeken door het openen van een ticket in de opslagruimte of contact op te nemen met de onderhouders. &kstars; provides also provides means to create custom catalogs by manually entering data or importing CSV tables, but those are less flexible and offer no deduplication. De &GUI; van catalogusbeheerDeep-Sky CatalogiGUIDe &GUI; van catalogusbeheer wordt bereikt via menu-item GegevensDSO-catalogi beheren... en wordt onderstaand getoond. DSO-beheerderHet interface van DSO-catalogusbeheer.
Het interface van DSO-catalogusbeheer.
Links is een lijst met catalogi getoond. In deze lijst kunt hoofdeigenschappen van catalogi lezen, inclusief of een catalogus is ingeschakeld, wat zijn ID is en wat zijn naam is. De kolom Te wijzigen geeft aan of de catalogus bewerkt kan worden of niet. Catalogi die gedownload zijn uit de catalogusopslagruimte via menu-item GegevensNieuwe gegevens downloaden... zijn gewoonlijk niet te wijzigen terwijl door de gebruiker aangemaakte catalogi dat wel zijn. U kunt altijd een catalogus Klonen om deze te kunnen wijzigen. De knoppen in de rechtsboven hoek bieden u het toevoegen van catalogi aan de database. Catalogus importeren...Een catalogus in het formaat .kscat importeren uit een bestand.Dit wordt gewoonlijk gedaan om nieuwe versies van catalogi uit te proberen die nog niet opgepakt zijn door de gebruikelijke downloadserver.Met de knoppen in de rechtsonder hoek kunt u catalogi toevoegen, verwijderen, modificeren en bekijken. Hun acties verwijzen altijd naar de nu geselecteerde catalogus (de geaccentueerde rij links). Catalogus aanmaken...Een nieuwe catalogus aanmaken. Zie . In-/uitschakelenEen catalogus in-/uitschakelen.Dit wordt gereflecteerd in de hemelkaart bij sluiten van de &GUI; voor catalogusbeheer.VerwijderenEen catalogus verwijderen uit de catalogusdatabase.Dit wordt gereflecteerd in de hemelkaart bij sluiten van de &GUI; voor catalogusbeheer.Exporteren...Een catalogus exporteren in een .kscat bestand.Het resulterende bestand kan geïmporteerd worden met de knop Catalogus importeren. Klonen...Maak een exacte kopie van de catalogus en voeg deze in in de database.Dit is nuttig als u wijzigingen wilt maken in een niet te wijzigen catalogus. Merk echter op dat dit niet de aanbevolen manier is om catalogi te wijzigen die geleverd worden door de catalogus opslagruimte voor pakket maken &ie; de catalogi gedownload via menu-item GegevensNieuwe gegevens downloaden.... KleurenOpen de kleurbewerker van de catalogus (Zie .). Dit zal een dialoog openen die het instellen van de kleuren biedt waarin objecten uit de geselecteerde catalogus getoond zullen worden voor elk kleurenschema. Meer...Open de dialoog voor catalogusdetails. (Zie .) Daarin kunt u de inhoud van de catalogus zien, evenals enige verdere metagegevensinformatie. Onder anderen kunt u ook zijn inhoud bewerken (als het te wijzigen is). Een nieuwe catalogus aanmakenDialoog voor aanmaken van catalogusDialoog voor aanmaken van catalogus.Deze dialoog wordt bereikt via de &GUI; voor catalogusbeheer (zie ). Het veld ID zal automatisch gekozen worden maart kan gewijzigd worden. Het veld Kleur configureert in welke kleur de objecten of de catalogus getoond zullen worden. Alle andere waarden zijn optioneel of hebben zinvolle standaarden. U kunt natuurlijk deze waarden op een later moment wijzigen. Bij klikken op Ok zal een lege catalogus met de metagegevens ingevoerd in de dialoog toegevoegd worden aan de database en kan daarna gevuld worden met objecten. (Zie en .) Kleurbewerker van de catalogusDeep-Sky CatalogiKleurbewerker van de catalogusKleurbewerker van de catalogusDe kleurbewerker van de catalogus.Deze dialoog bereikt via de &GUI; voor catalogusbeheer (zie ). Elke knop representeert de kleur waarin objecten getekend zullen worden voor een specifiek kleurenschema. Op een knop klikken biedt u om een kleur te kiezen met een kleurenkiezer. De knop kleuren is geïnitialiseerd met de standaardkleuren uit de catalogusspecificatie. De kleur "standaard" is de kleur die voor de catalogus gekozen zal worden als er geen kleur is ingesteld voor een kleurenschema. Dialoog voor catalogusdetailsDeep-Sky CatalogiDialoog voor catalogusdetailsDialoog voor catalogusdetailsDe dialoog voor catalogusdetails.Deze dialoog wordt bereikt via de &GUI; voor catalogusbeheer (zie ). In de linksboven hoek worden de metagegevens van de catalogus getoond. Rechts wordt een tabel van alle objecten in de catalogus getoond. De zoekregel boven de tabel filtert objecten op naam. Dubbelklikken op een rij opent de dialoog van de objectdetails (zie ). Een rij selecteren schakelt het menu Object links in. Meerdere rijen selecteren voert de enkel-object-actie uit voor elk geselecteerd object. Bewerken...Het catalogusobject bewerken. (Zie ). VerwijderenVerwijdert het object uit de catalogus. Onder het sectie Object zijn de algemene catalogusopties gesitueerd. Meta in catalogus bewerken...Bewerkt de metagegevens van de catalogus getoond linksboven. Dit opent de dialoog beschreven in . Object toevoegen...Een object aan de catalogus toevoegen. (Zie .) CSV-bestand importeren...Objecten uit een tabulair tekstformaat (csv, tsv, &etc;) importeren in de catalogus. (zie .) Objecten toevoegen/bewerkenDeep-Sky CatalogiObjecten toevoegen/bewerkenDSO-dialoog toevoegen/bewerkenDSO-dialoog toevoegen/bewerkenDeze dialoog biedt het aanmaken of bewerken van een deep-sky-object (DSO). De sectie Basics bevat velden die ingevuld moeten worden. Naam:De naam van het object dat getoond zal worden aan de hemel.Type:Het type object.RA / Dec (°, J2000):De coördinaten van het object in graden en met betrekking tot de J2000 epoch.Schijnbare magnitude:De schijnbare magnitude van het object.De sectie Optioneel bevat gegevensvelden die optioneel zijn en is opgedeeld in twee subsecties. Ze zijn ingevuld en kunnen in hun standaard waarden blijven. De subsectie Grootte-informatie in boogminuten. Het object is gemodelleerd als een ellips die beschreven wordt door zijn majeure en mineure as. De subsectie Diversen. Lange naam:Een langere, meer beschrijvende naam.Gewoonlijk is de lange naam iets als Andromeda Galaxy voor het object M31. Het kan alternatieve aanduidingen en namen in andere catalogi ook bevatten.Catalogus-identifier:Een interne identifier in de catalogus.Bijvoorbeeld de schermafbeelding boven, het object komt uit de OpenNGC catalogus waar elke rij geïdentificeerd is door NGCXXXX.Flux:De flux van het object. Is alleen van toepassing op radiobronnen.Positiehoek (°):Als het object uitgebreid is, moet het een oriëntatie aan de hemel hebben. De positiehoek is de hoek tussen zijn majeure as en een rechte lijn naar de noordpool.CSV importeren (en gelijksoortige formaten)CSV-catalogus importerenCSV-catalogus importerenDe schermafbeelding boven toont de CSV importdialoog in zijn standaard status. In de sectie Invoer kunt u de csv-parser configureren. De Commentaarprefix is het teken dat regels in de invoer aangeeft die commentaar zijn. Het Scheidingsteken zou aangepast moeten wordt om te passen bij uw invoer. Gewoonlijk is het , of ; maar andere scheidingstekens kunnen voorkomen. Tenslotte kunt u er voor kiezen om een aantal lijnen aan het begin van het bestand over te slaan. Selecteer/lees laat u een te lezen csv-bestand kiezen met de bovenstaande configuratie. Daarna zal de dialoog er uitzien als in de onderstaande schermafbeelding. CSV-catalogi worden geïmporteerd, bevolktCSV-catalogus importerenBovenrechts kunt u kiezen of coördinaten uitgedrukt worden in graden of uren/minuten/seconden. De sectie Mapping laat u kolommen in het CSV-bestand mappen met gegevensvelden in &kstars;. Selecteren van Negeren kent de standaard waarde voor dit veld toe. Uw eigen tekst zal dit als de waarde voor elk gelezen object gebruiken. De sectie Type mapping mapt tekenreeksen aan objecttypen. U kunt mappings toevoegen en verwijderen door te klikken op + of -. Wanneer u met mapping klaar bent kunt u uw instellingen testen door te klikken op Voorbeeld om de eerste paar objecten uit de csv te lezen. Als u tevreden bent kunt u klikken op OK om de gehele catalogus te importeren of uw instellingen aanpassen en opnieuw een voorbeeld te bekijken. Als referentie is een mapping voor de OpenNGC catalogus getoond in de onderstaande schermafbeelding. CSV-catalogi worden geïmporteerd, OpenNGCCSV-catalogus importerenZonnestelselVenster zonnestelselVenster zonnestelselVenster &kstars; instellenZonnestelselIn de pagina Zonnestelsel kunt u opgeven of u wilt dat de Zon, de Maan, de planeten, kometen en planetoïden worden getoond, en of de belangrijkste daarvan moeten worden getoond als gekleurde stippen of met hun werkelijke afbeeldingen. U kunt ook schakelen tussen het wel of niet tonen van de namen, en u kunt ook bepalen van welke kometen en planetoïden de namen worden getoond. Er is een optie voor het automatisch tekenen van een tijdelijk baanspoor als een object van ons zonnestelsel wordt gevolgd, en ook een voor het wel of niet vervagen van de kleur van een baanspoor in de hemelachtergrond. SatellietenVenster satellietenVenster satellietenVenster &kstars; instellenPagina voor satellietenIn de pagina Satellieten kunt u kiezen hoe satellieten worden getoond. Om te beginnen kunt u het tonen aan en uit zetten met het keuzevakje Satellieten tonen in de bovenste sectie met de Opties voor weergave. Standaard worden satellieten getekend als kleine lichtrode stippen met een optionele rode naamtekst ernaast. Deze namen kunt u aan en uitzetten met het keuzevakje Namen tonen. Dit is onder het keuzevakje voor Satellieten tonen, in de sectie Opties voor weergave. De kleuren van de stippen voor satellieten en hun namen kunnen worden aangepast in de pagina Kleuren in het zelfde venster voor Configureren - &kstars;. Bovendien kunnen satellieten ook worden afgebeeld als sterren met het keuzevakje Satellieten tonen als sterren. U kunt ook alleen die satellieten laten tonen die voor u, op uw huidige locatie en tijdstip, zichtbaar zijn, door Alleen zichtbare satellieten tonen. te selecteren. &kstars; kan satellieten tekenen uit vele voorgedefinieerde groepen. U kunt dus een bepaalde groep laten tonen, of meerdere groepen, of gedeeltelijke subgroepen selecteren. Voor elke groep ziet u een lijst van de afzonderlijke satellieten in die groep. Met een keuzevakje kunt u alle satellieten in een groep selecteren. U kunt ook in elke groep een aantal satellieten selecteren. De baangegevens van de satellieten kunnen worden gedownload van het internet met de knop Satellieten bijwerken. Een andere manier hiervoor is met behulp van menu-item GegevensUpdatesBaanelementen van satellieten bijwerken. Als u de naam kent van een gewenste satelliet, kunt u de zoekmethode van &kstars; gebruiken. Hiertoe moet u in het zoekveld van Satellieten zoeken de naam invullen, waarna u een ingekorte lijst krijgt met de passende namen. U kunt aan de lijst van standaard satellieten in &kstars; nieuwe satellieten toevoegen, door het gegevensbestand kstars/data/satellites.dat te bewerken. omdat op elke regel in dit bestand een groep van satellieten bevat, moet u een nieuwe naam invoeren voor uw gewenste groep van satellieten. Elke invoer moet aan het volgende formaat voldoen: Groepnaam;locaal_bestandnaam;url. Bijvoorbeeld: Iridium;iridium.tle;https://celestrak.com/NORAD/elements/iridium.txt. Supernova'sVenster Supernova's instellenVenster Supernova'sVenster &kstars; instellenPagina Supernova'sIn de pagina voor Supernova's kunt u instellen of de supernova's zullen worden getoond, of niet, met het keuzevakje voor Supernova's tonen. Standaard worden supernova's getekend met een kleine lichtoranje +. Net als bij satellieten kan de kleur van supernova's worden aangepast in de pagina Kleuren. U kunt de magnitudelimiet voor het tonen van een supernova evenals de magnitudelimiet voor supernova alerts instellen met de draaischakelaars. De beperkende magnitude is de zwakste schijnbare magnitude van een hemelobject dat zichtbaar is met het blote oog of een telescoop. U kunt de lijst van recente supernova's bijwerken via het menu-item GegevensUpdatesRecente gegevens supernova's bijwerken. HulplijnenVenster HulplijnenVenster &kstars; hulplijnenVenster &kstars; instellenPagina voor hulplijnenIn de pagina Hulplijnen is het mogelijk om te schakelen tussen het wel of niet tonen van abstracte zaken, zoals de grenzen van sterrenbeelden, de namen van sterrenbeelden, de omtrekken van de Melkweg, de hemelequator, de ecliptica, de horizon, en de ondoorzichtige voorgrond. U kunt ook kiezen of de namen van de sterrenbeelden in het Latijn of in uw eigen taal (hier dus Nederlands) moeten worden getoond, of met de officiële afkortingen van drie letters van de IAU (Internationale Astronomische Unie). TerreinTerreinvensterTerreinvensterVenster &kstars; instellenPagina TerreinIn de pagina Terrein kunt u de terrein- of landschapsafbeelding configureren die getoond zal worden op de hemelkaart. De gebruiker is verantwoordelijk voor het maken van een gedeeltelijk transparante afbeelding, die bovenop de hemelkaart wordt gelegd. Deze afbeelding moet transparante gebieden hebben die de gebruiker aanmaakt om de hemelkaart door te laten zien en dekkende gebieden de bomen, gebouwen, het landschap rond de telescoop laat zien. Er is een speciaal formaat vereist en dit is een behoorlijke inspanning. Er zijn vele hulpbronnen op het web die uitleggen hoe dit is te doen voor Stellarium. De details van het maken van de afbeelding zijn hetzelfde. Initieel neemt de gebruiker een volledige sferisch gelijkhoekige projectieafbeelding vanaf ongeveer hetzelfde gezichtspunt als zijn/haar telescoop. Dit soort afbeelding kan genomen worden met de Google Camera App of de Google YouTube App op de iPhone of waarschijnlijk vele andere camera-apps. De gebruiker moet daarna de resulterende afbeelding bewerken zodat de hemel is gewist/transparant gemaakt en het opslaan als een PNG. Tenslotte moet de gebruiker bepalen waar het Noorden is in de afbeelding, zodat het eventueel uitgelijnd kan worden met de hemelkaart. Nadat dat alles is gedaan kan de hemelkaart het lokale hemelzicht simuleren inclusief het lokale terrein. Nadat de afbeelding is gemaakt is het mogelijk deze via de pagina Terrein te uploaden en de azimuthcorrectiewaarde (in graden) te configureren waarmee de gebruiker de weergave kan draaien zodat Noord in de hemelkaart uitgelijnd is met het Noorden in de afbeelding. Bovendien kunnen sommige versnellingsopties geconfigureerd worden om de beste gebruikerservaring te bereiken bij het renderen van het terrein op de hemelkaart. U kunt het terreinoverlegvel aan- en uitschakelen met een sneltoets &Ctrl;&Shift;T en het menu-item BeeldTerrein tonen. Overlays van afbeeldingOverlays van afbeelding op hemelkaartOverlays van afbeelding op hemelkaartVenster &kstars; instellenPagina Overlays van afbeeldingOverlays van afbeelding zijn aangepaste afbeeldingen (typisch .jpg) die gerenderd worden op de hemelkaart over sterren en andere items in de hemelkaart, maar onder het terrein. Deze afbeeldingen worden door u, de gebruiker, toegevoegd als een soort van persoonlijke hemelcatalogus. Indien juist geconfigureerd, kunnen deze persoonlijke afbeeldingen bijna perfect getoond worden uitgelijnd met andere objecten aan de hemel. Venster Overlays van afbeeldingVenster Overlays van afbeeldingDe pagina Overlays van afbeeldingen laat u configureren of overlays van afbeelding getoond zullen worden op de hemelkaart en helpt u ze toe te voegen in het systeem. De afbeelding aan het begin van deze sectie toont de hemelkaart met overlays van afbeelding ingeschakeld en enige overlays van afbeelding geladen. Elke keer &kstars; start, zoekt deze naar nieuw overlays van afbeeldingen in een speciale map, parallel aan de map logs, genaamd imageOverlays. Onder Linux is deze te vinden in ~/.local/share/kstars/imageOverlays. De exacte locatie voor uw systeem is te vinden door te klikken op de knop Overlaymap aan de bovenkant van de configuratiepagina van Overlays van afbeelding getoond aan de bovenkant van deze sectie. Om te beginnen, voeg uw afbeeldingen toe aan die map. Ideaal, om redenen van prestaties zijn dit geen grote bestanden, maar waarschijnlijk afbeeldingen met breedtes van 1000 of 2000, dat zou genoeg moeten zijn. Om extra afbeeldingen in de toekomst toe te voegen, voeg ze toe aan dezelfde map en klik op de knop vernieuwen of start &kstars; opnieuw. Om overlays te verwijderen, verwijder ze uit de map en klik op de knop vernieuwen of start &kstars; opnieuw. Start &kstars; nadat u afbeeldingen hebt in de map imageOverlays. Als u daarna naar de configuratiepagina van Overlays van afbeelding gaat, zou u de nieuwe bestanden in de tabel moeten zien. De nieuwe afbeeldingen zullen hun status tonen als Niet verwerkt. Alleen afbeeldingen waarvan de status OK is worden getoond in de hemelkaart. Dat komt omdat &kstars; de locatie aan de hemel, grootte en oriëntatie voor deze afbeeldingen moet kennen voordat ze getoond kunnen worden. Om de status naar OK te wijzigen moet u de afbeeldingen plaat-oplossen of de vereiste informatie handmatig toevoegen--zie onderstaand. Om uw afbeeldingen voor te bereiden op tonen moet u de afbeeldingen plaat-oplossen (slechts één keer). Om dit te doen, kies een afbeelding in de tabel, klik op zijn bestandsnaam en klik daarna op Oplossen onder de tabel. Het label van de knop Oplossen zou moeten wijzigen naar Annuleren tijdens het oplossen en daarna, bij met succes voltooien, worden de opgeloste parameters getoond in de tabel en de status is gewijzigd naar OK. Na met succes plaat-oplossen wordt de informatie opgeslagen in de database van de gebruiker zodat oplossen niet herhaald hoeft te worden. De opgeloste afbeelding zou vanaf dan verschijnen in op zijn juiste positie in de hemelkaart. U kunt meerdere afbeeldingen plaat-oplossen in een enkele bewerking door te klikken op de eerste bestandsnaam van de afbeelding, daarna &Shift; indrukken en klikken op een andere bestandsnaam. Alle afbeeldingsbestanden tussen de bestandsnamen zullen geselecteerd worden. Daarna klikken op Oplossen zal geprobeerd worden ze allemaal op te lossen. &kstars; zal echter niet proberen afbeelding waarvan de status OK is opnieuw op te lossen, het zal die afbeeldingen overslaan. (Als u afbeeldingen opnieuw wilt plaat-oplossen met status OK, wijzig hun status handmatig naar Niet verwerkt en klik op Oplossen). Het is mogelijk dat als u verschillende afbeeldingen selecteert, een paar ervan niet met succes worden opgelost. Deze afbeeldingen plaat-oplossen kan soms moeilijk zijn. Dat is omdat op dit punt het systeem geen informatie over de schaal of positie waar te kijken, en dus is het een blinde oplossing. Om uw kans op succes te vergroten kunt u een benaderde RA/DEC centrale hemelpositie in de kolommen RA en DEC voor de rij die u probeert op te lossen in te voeren. U kunt ook een schaal van de afbeelding toevoegen, in boogseconden-per-pixel. U kunt een standaard schaal rechts van de knop Oplossen in het vak met label Standaard b-s/px toevoegen zodat alle pogingen voor oplossen deze schaal standaard gebruiken. U kunt ook direct in de tabel-rij-kolom een schaal toevoegen, die de standaard overschrijft. U kunt kiezen welk StellarSolver-profiel de oplosser gebruikt (deze profielen kunnen bewerkt worden in tabblad Uitlijnen van Ekos). U kunt tenslotte de Tijdslimiet in seconden van de oplosser aanpassen. Als u problematische afbeeldingen hebt die niet opgelost willen worden, dan kunt u ze toch tonen door handmatig de waarden (die de oplosser niet vond) invoeren in de tabel. Het zijn de instellen RA, DEC, boogseconde-per-pixel, oriëntatiehoek en Oost-naar-rechts (of West-naar-rechts). Nadat u dat hebt gedaan, kunt u de status wijzigen naar OK en &kstars; zal deze waarden opslaan in de database van de gebruiker alsof ze automatisch zijn opgelost. Er zijn nog een paar besturingen op de instellingenpagina van Overlays van afbeelding. Het keuzevak Overlays van afbeelding tonen bovenaan de pagina schakelt deze functie in of uit--dat wil zeggen, schakelt om of een overlay van afbeelding getoond wordt op de hemelkaart of niet. De draaischakelaar Maximale afmetingen van afbeelding biedt u het variëren van de maximale afmetingen van de gebruikte afbeeldingen. Dat wil zeggen, als u afbeeldingen plaatst, bijvoorbeeld, 5000 pixels breed in de map imageOverlays, maar de waarde in dit invoervak is 1000, dan zal de 5000-pixel-afbeelding ingelezen worden, maar omlaag gebracht worden naar 1000-pixels-breed vóór het tonen. Dit wordt gedaan om de voetafdruk in het geheugen en gebruik van voor deze functie te verminderen. Het zou efficiënter zijn om afbeeldingsbestanden met de gewenste afbeeldingsbreedte toe te voegen. Het keuzevak Hemelkaart centreren bij selectie biedt u het gemakkelijk navigeren naar de overlay-afbeeldingen zonder direct de hemelkaart te manipuleren. Met dit ingeschakeld, selecteert u een rij in de overlay-tabel (&ie; door op het bestandsnaamveld te klikken) en de hemelkaart verplaatst zich naar die afbeelding als de status van de afbeelding OK is. Op dat punt kunt u van de ene afbeelding naar de volgende gaan met de pijltjestoetsen &Up;/&Down; op het toetsenbord. KleurenVenster KleurenVenster KleurenVenster &kstars; instellenKleurenKleurenschema'sAanpassenIn de pagina Kleuren kunt u de kleuren instellen, en uw eigen kleurenschema's maken. Het tabblad is in twee panelen onderverdeeld: Het linkerpaneel bevat een lijst van alle schermonderdelen waarvan de kleur instelbaar is. Na het klikken op een ervan ziet u een kleurenselectievenster, waarin u de kleur kunt aanpassen. Onder deze lijst is het afrolvak Modus voor sterrenkleuren. Standaard toont &kstars; de sterren met Realistische kleuren, die met hun spectraaltype overeenkomen. U kunt echter ook kiezen de sterren af te laten beelden als zwarte of rode stippen. Als u de realistische sterkleuren gebruikt kunt u ook het verzadigingsniveau van de sterkleuren instellen met de draaischakelaar Intensiteit van sterkleur. Het rechterpaneel bevat een lijst van de ingestelde kleurenschema's. Er zijn vier vooringestelde schema's: de schema's Standaardkleuren, Sterrenkaart, met zwarte sterren op een witte achtergrond, Nachtvisie, met rode sterren op een zwarte achtergrond, waardoor de aanpassing van de ogen voor het zien in het donker beter wordt behouden, en Maanloze nacht, een meer realistisch donker thema. Bovendien kunt u de huidige kleurinstellingen opslaan als een eigen kleurenschema, door op de knop Huidige kleuren opslaan te drukken. U moet dan een naam voor het nieuwe kleurenschema invullen, en daarna zal uw schema in alle volgende sessies met &kstars; in de lijst voorkomen. Voor het verwijderen van een kleurenschema kiest u het eenvoudig in de lijst en drukt u op de knop Kleurenschema verwijderen. FITSFITS-vensterFITS-vensterVenster &kstars; instellenFITS-paginaFITS (Flexible Image Transport System) is een populaire open standaard voor opslag, transmissie en verwerking van digitale gegevens. Voor details, zie het betreffende artikel in Wikipedia. In deze pagina kunt u de weergave en verwerking van FITS-gegevens in &kstars; instellen. In het paneel links kunt u de FITS-viewer zelf instellen. Kies FITS-viewer gebruiken indien u ontvangen afbeeldingen automatisch in de FITS-viewer wilt weergeven. Met Tabblad enkel voorbeeldweergave kunt u alle opgenomen afbeeldingen in een tabblad weergeven, in plaats van elke afbeelding in een eigen tabblad. Met Enkel venster opname kunt u de opgenomen FITS-afbeeldingen van alle camera's in een enkel venster van de FITS-viewer afbeelden in plaats van een apart venster voor elke camera. Met Enkel venster open kunt u geopende FITS-afbeeldingen in een enkel venster van de FITS-viewer tonen in plaats van elk in een eigen venster. En met Onafhankelijk venster kunt u het venster van FITS-viewer onafhankelijk maken van &kstars;. In het rechter paneel zijn de verwerkingsopties. Met Auto uitrekken kunt u in de FITS-viewer altijd auto-stretch toepassen op de afbeeldingen, Met Modus voor beperkte bronnen kunt u bewerkelijke bewerkingen uitschakelen, zoals: Auto ontbayeren (gebayerde afbeeldingen worden niet ontbayerd; afbeeldingen worden alleen grijs getoond), met Auto WCS worden gegevens World Coordinate System niet verwerkt; (WCS beeldt hemelcoördinaten af op coördinaten in de afbeelding; equatoriale roosterlijnen, object-identificatie, en draaien van de telescoop binnen een afbeelding zijn uitgeschakeld), en 3d-kubus (RGB-afbeeldingen worden niet verwerkt; afbeeldingen worden alleen grijs weergegeven ). U kunt enkele van deze zeer bewerkelijke bewerkingen ook apart uitschakelen. INDIVenster INDIVenster INDIVoor een uitvoerige uitleg van de opties op de INDI--pagina: zie INDI instellen. EkosVenster EkosVenster EkosEkos is een volledige suite voor astrofotografie, waarmee u alle INDI-apparaten kunt besturen, waaronder talrijke telescopen, CCD's, DSLR's, focusers, filters, en nog veel meer. Ekos ondersteunt zeer nauwkeurig volgen, met behulp van online en offline astrometrisch oplossen, autofocus, en autovolgen, het opnemen van enkele en meerdere afbeeldingen met gebruik van een krachtig beheer van series van opnamen. Voor een gedetailleerde uitleg van Ekos, zie de Ekos-sectie van deze handleiding. XplanetXplanet-vensterXplanet-vensterXplanet (zou gescheiden geïnstalleerd moeten worden) is een renderer voor planeetoppervlakken in het zonnestelsel. Deze pagina biedt u het configureren van presentatie en bewerking van Xplanet gegevens in &kstars;. GeavanceerdVenster GeavanceerdVenster GeavanceerdVenster &kstars; instellenPagina GeavanceerdIn de pagina Geavanceerd heeft u een nauwkeurige controle over het meer subtiele gedrag van &kstars;. Atmosferische refractie (straalbreking) Met het keuzevakje Voor atmosferische straalbreking corrigeren kiest u of de hoogtes van objecten worden gecorrigeerd voor straalbreking door de dampkring. Omdat de dichtheid van de atmosfeer van boven naar beneden toeneemt, wordt het licht op weg naar het oog of de telescoop in toenemende mate naar beneden afgebogen, als het vanuit een andere richting dan het zenit vanuit de ruimte komt. Het effect is het grootst voor laagstaande hemelobjecten. Hierdoor worden zelfs de voorspelde opkomst- en ondergangstijden van objecten met enkele minuten beïnvloed! In feite staat de zon, als u die ziet ondergaan, reeds geheel onder de horizon, terwijl u de zon nog kunt zien als gevolg van de astronomische straalbreking. Let erop dat de correctie voor de astronomische straalbreking niet wordt toegepast bij gebruik van de Equatoriale coördinaten. Animatie gebruiken bij verplaatsen Met het keuzevakje Animatie gebruiken bij verplaatsen bepaalt u hoe het getoonde beeld verandert als de kijkrichting naar een andere positie in de kaart wordt verplaatst. Standaard zal het beeld langzaam naar de nieuwe positie draaien. Als u deze optie uitschakelt zal het beeld onmiddellijk naar de nieuwe positie worden verplaatst. Objecten aan de hemelNamen tonenAutomatischIndien het keuzevakje Naam van gecentreerd object tonen is geselecteerd, wordt automatisch de naam getoond van een object dat wordt gevolgd. De naam wordt verwijderd als het object niet langer meer wordt gevolgd. Let erop dat u van elk object blijvend de naam kan laten tonen met behulp van het erbij horende contextmenu. Objecten aan de hemelVerbergenEr zijn drie gelegenheden waarbij &kstars; de hemelkaart erg snel opnieuw moet kunnen tekenen: wanneer de kijkrichting naar een andere positie wordt verplaatst (en Animatie gebruiken bij verplaatsen is gekozen), wanneer de hemelkaart met de muis wordt gesleept, en bij grote veranderingen in de tijd. In deze gevallen moeten de posities van alle objecten zo snel mogelijk opnieuw worden berekend, wat een zware belasting kan zijn voor de CPU (de processor). Als de CPU dit niet aankan zal de beeldverandering traag of schokkerig verlopen. Om hier wat aan te doen zal &kstars; bepaalde objecten niet tonen tijdens deze situaties waarin snelle beeldveranderingen plaats vinden, als het keuzevakje Objecten verbergen tijdens het verplaatsen is geselecteerd. De tijdstap waarboven objecten zullen worden verborgen wordt ingesteld met de tijdstap-draaischakelaar Verbergen als de tijdsduur groter is dan:. U kunt opgeven welke objecten verborgen moeten worden in het vak Verborgen objecten instellen. OntwikkelaarVenster van ontwikkelaarVenster van ontwikkelaarVenster &kstars; instellenOntwikkelaarpaginaDe pagina Ontwikkelaar levert een paar keuzevakken die kunnen helpen problemen te debuggen met &kstars;. Dit zijn keuzevakken voor opslaan van afbeeldingen in loggingmappen die kunnen helpen bij debuggen van problemen. Natuurlijk kan het opslaan van afbeeldingen schijfruimte kosten en zou voorzichtig moeten worden gebruikt. De afbeeldingen die opgeslagen kunnen worden zijnalle focusafbeeldingen, alle gidsafbeeldingen, alle uitlijnafbeelding en uitlijnafbeeldingen waarvan plaat-oplossen is mislukt. De afbeeldingen worden allemaal opgeslagen in mappen parallel aan de hoofdmap voor loggen. Ze zijn in mappen genaamd guide, autofocus, align en align/failed. Het beeld instellenEr zijn verschillende manieren om het beeld naar uw smaak in te stellen.InformatievakkenAanpassenInformatievakkenOprollenAan/uitzetten van de informatievakken gebeurt in het submenu InstellingenInformatievakken. Bovendien kunt u de drie informatievakken met de muis manipuleren. Elk vak bevat enkele regels met extra gegevens, die standaard verborgen zijn. U kunt het zichtbaar maken van deze regels aan/uitzetten door op een informatievak te dubbelklikken om het als het ware op of af te rollen als een rolgordijn. U kunt een informatievak ook verplaatsen door het met de muis te slepen. Wanneer een vak een vensterrand raakt blijft het eraan plakken wanneer de grootte van het venster wordt veranderd. WerkbalkenAanpassenAan/uitzetten van de werkbalken gebeurt in het submenu InstellingenGetoonde werkbalken. Zoals de meeste werkbalken in &kde; kunnen ze naar een andere plaats worden gesleept en aan een vensterrand worden geplakt, of zelfs helemaal los worden gemaakt van het venster, indien losgekoppeld. Kleurenschema'sSelecterenSelecteer een ander kleurenschema in het submenu InstellingenKleurenschema's. Er zijn vier voorgedefinieerde kleurenschema's, en u kunt die van uzelf definiëren in het venster Configureren - &kstars;. Symbolen voor het gezichtsveldBeschrijvingKies een GV-symbool in het submenu-item InstellingenGV-symbolen. GV is een afkorting van gezichtsveld. Een GV-symbool wordt in het midden van het scherm getekend om de kijkrichting aan te geven. Verschillende symbolen horen bij verschillende hoekafmetingen, u kunt het symbool gebruiken om te zien wat u in een bepaalde telescoop zou zien. Als u bijvoorbeeld het GV-symbool voor de 7x35 verrekijker kiest, wordt er in de sterrenkaart een cirkel getekend met een middellijn van 9,2 graden, wat het gezichtsveld is van een 7x35 verrekijker. Symbolen voor het gezichtsveldAanpassenU kunt uw eigen GV-symbolen maken (of de bestaande veranderen) met GV-symbolen bewerken... die de GV-bewerker start: Bewerker voor GV-symbolenBewerker voor GV-symbolenDe lijst met ingestelde GV-symbolen wordt links getoond. Rechts zijn de knoppen voor het toevoegen van een nieuw symbool, het bewerken van de eigenschappen van een geselecteerd symbool, en het uit de lijst verwijderen van een geselecteerd symbool. Merk op dat u zelfs de vier vooringestelde symbolen kunt veranderen en verwijderen (als u alle symbolen verwijdert worden de vier voorgedefinieerde symbolen weer hersteld bij de volgende keer dat &kstars; wordt gestart). Onder deze drie knoppen ziet u hoe het in de lijst geselecteerde symbool er uit ziet. Als u op Nieuw... of Bewerken... klikt wordt het venster Nieuw GV-symbool geopend: Nieuw gezichtsveldsymboolNieuw GV-symboolSymbolen voor het gezichtsveldNieuwe GV-aanwijzerIn dit venster kunt u de vier eigenschappen van een GV-symbool veranderen: naam, grootte, vorm en kleur. De hoekgrootte van het symbool kan of direct worden ingevoerd in het invulvak Gezichtsveld, of in de tabbladen Oculair/Camera worden berekend voor uw telescoop/oculair- of telescoop/camera-combinatie. De vier beschikbare vormen zijn: cirkel, vierkant, kruisdraad en roos (schietschijf). Na het opgeven van alle vier parameters drukt u op OK, waarna het nieuwe symbool verschijnt in de lijst van ingestelde symbolen. U kunt het dan ook vinden in het submenu InstellingenGV-symbolen. Oriëntatie van de hemelkaart aanpassenU kunt verschillende instellingen aanpassen om de oriëntatie van de hemelkaart overeen te laten komen met het beeld door uw optische instrument. Ten eerste, kies het coördinatensysteem dat overeenkomt met uw opstelling. Voor een equatoriaal opgesteld instrument, schakel naar de modus Equatoriale coördinaat in het menu Beeld of door Space in te drukken. De optie om het coördinatensysteem om te schakelen zou er uit moeten zien als Schakel naar horizontaal beeld (Horizontale coördinaten) wanneer de huidige modus Equatoriale coördinaten is. Voor een altazimuth opgesteld instrument of zien met blote oog, schakelt naar Horizontale coördinaten, zodat de optie in het menu Beeld er uitziet als Schakel naar Sterrenglobe beeld (Equatoriale coördinaten). Dit stelt het basis coördinatensysteem, gebruikt om de hemelkaart te maken, in en ook de referentie voor de oriëntatie van de hemelkaart: zenit of noord. Als uw instrument een opgericht prisma gebruikt, typisch gebruikt op Schmidt-Cassegrain en type refractie telescopen, zal het zicht door de oculair horizontaal gespiegeld zijn. U kunt de hemelkaart hiermee overeen laten komen door de optie Gespiegelde weergave onder het menu Beeld te activeren of de toetsencombinatie &Ctrl;&Shift;M te gebruiken. Vervolgens, om de hemelkaart vrij te draaien, kunt u de toets &Shift; indrukken en de muis op de hemelkaart slepen. Een tijdelijke overlay zal verschijnen die de richting noord en zenit aan de punt laat zien, en de hoek toont die ze maken met se verticaal op een linksom manier. De oriëntaties van zenit en noord zullen bijgewerkt worden als u de hemelkaart draait. De toets &Shift; of de muisknop loslaten zal het draaien stoppen. Tijdens het draaien van de hemelkaart of deze focust op andere objecten, zal de draaiing die u instelt behouden worden als een offset vanaf de referentie richting. De referentie richting is noord bij gebruik van Equatoriale coördinaten en zenith bij gebruik van Horizontale coördinaten. Voor aandacht trekken is de referentie richting vet en helderder in de tijdelijke overlay. De tijdelijke overlay markeert ook de richting Oost, die rechtsom zal gaan vanaf Noord bij gespiegeld en linksom bij niet gespiegeld. Voor de twee algemene oriëntaties van rechtop en geïnverteerd, kan de draaiing ingesteld / gereset worden met het submenu BeeldOriëntatie van hemelkaart. Selecteer Noord omlaag of Zenit omlaag zoals van toepassing is om een oriëntatie van 180 graden in te stellen. Als u op zicht waarneemt door een oogstuk van een instrument, dan moet u misschien enige correctie toepassen. Voor het algemene geval van een grote Dobsonian telescoop (of algemener en Newto-ontwerp opgesteld op een altazimuth opstelling), is een systematische additionele correctie behulpzaam. Deze correctie is van toepassing omdat we rechtop staan bij gebruik van de telescoop onafhankelijk van de hoek die de telescoopbuis maakt met de grond. Dus bij het verplaatsen van de telescoop in hoogte, moet een additionele correctie toegepast worden afhankelijk van de hoogte van het object om de hemelkaart overeen te laten komen met het beeld door het oculair, waar de waarnemer rechtop staat. Deze correctie is ingeschakeld door het kiezen van de optie "Correctie voor rechtop staande waarnemer" in het submenu BeeldOriëntatie van hemelkaart. De correctie hangt af van welke kant de focuser van de telescoop is geplaatst door de maker. Indien, bij waarnemen net boven de horizon door het oculair, is de hemel aan de rechterkant van de waarnemer (en de spiegel links), kies dan de optie Rechtop staande waarnemer correctie, rechts. Deze correctie is zinvol in de modus Horizontale coördinaten en is uitgeschakeld bij gebruik van equatoriale coördinaten. We bieden nu enige voorbeelden van hoe deze instellingen voor verschillende instrumenten te gebruiken: Observeren met het blote oog: kies Horizontale coördinaten en een oriëntatie Zenit omhoog onder BeeldOriëntatie van hemelkaart.Camera op een equatoriaal opgestelde telescoop: kiese Equatoriale coördinaten en pas de oriëntatie van de hemelkaart aan zodat het overeenkomt met uw camera. Als uw opstelling naar andere regio's van de hemel wijst, zou de oriëntatie juist weer gegeven moeten worden.Verrekijker gebruiken: dezelfde instellingen als observeren met het blote oogOculair van een altazimut Schmidt-Cassegrain telescoop met een opgericht prisma: onder het menu Beeld, kies Gespiegelde weergave, en onder het submenu Oriëntatie van hemelkaart, kies Zenit omhoog. Pas tenslotte de draaiing handmatig aan om overeen te komen met het zicht door het oculair volgens de hoek die u gebruikt voor uw opgerichte prisma.Bij gebruik van een RACI zoekscoop op een altazimuth opgestelde telescoop, er recht inkijkend: zelfde instellingen als waarnemen met het blote oog, behalve dat u misschien de oriëntatie eenmalig handmatig moet aanpassen als u het met een hoek hebt opgesteldEen RACI zoekscoop gebruiken op een altazimuth opgestelde telescoop, er door kijkend vanaf de zijkant: naast het eerder genoemde, schakel rechtopstaande waarnemer correctie in voor de van toepassing zijnde kant.Met gebruik van een recht doorgaande (geïnverteerd beeld) zoekscoop op een altazimuth opgestelde telescoop: kies Horizontale coördinaten en een oriëntatie van de hemelkaart Zenit omlaag in het submenu BeeldOriëntatie van hemelkaartOculair van een Dobsonian telescoop: kies Horizontale coördinaten en in het submenu BeeldOriëntatie van de hemelkaart, selecteer Zenit omlaag en schakel de optie Correctie voor rechtop staande waarnemer in, met kiezen van de links/rechts handige optie, zoals bij de telescoop hoort. Pas daarna de oriëntatie eenmalig handmatig aan om het overeen te laten komen met het beeld in uw oogstuk van de telescoop en het zou daarom juist moeten volgen.Het is typisch in visuele astronomie om minstens drie verschillende instrumenten te gebruiken: het niet geholpen oog, een zoekscoop en de hoofdtelescoop. De oriëntaties van deze drie zullen verschillende instellingen hebben en zullen frequent wijzigingen nodig hebben van alle eerder genoemde opties. Om het gemakkelijk te maken deze instellingen samen te wijzigen, biedt KStars de functie Weergaven. Deze functie is toegankelijk via het menu BeeldWeergaven en de opties daarin. De weergave Willekeurig is geen echte weergave, maar de option die geselecteerd wordt wanneer de oriëntatie van de hemelkaart handmatig gewijzigd wordt via de eerder beschreven opties. De rest van de weergaven zijn bonafide weergaven. Nieuwe weergaven kunnen toegevoegd worden of de bestaande weergaven kunnen bewerkt, verwijderd of opnieuw geordend worden met de optie BeeldWeergavenWeergaven bewerken.... Dit kiezen brengt een venster om de weergaven te beheren: Dialoog om hemelkaartweergaven te beherenHemelkaartweergaven beherenOm een weergave te verwijderen, selecteer eenvoudig de weergave uit de lijst en verwijder deze met de knop Verwijderen. Om weergaven opnieuw te ordenen, gebruik de muis om de weergave die u wilt verplaatsen te verslepen en laat deze los zijn bestemming tussen twee andere items. Om een weergave te bewerken, selecteer de weergave uit de lijst en klik op Bewerken.... Om een nieuwe weergave aan te maken, klik op de knop Nieuw.... De opties Bewerken... en Nieuw... laten een interface voor weergave bewerken zien: Dialoog om een nieuwe weergave aan te maken of een bestaande te bewerkenWeergave bewerken / aanmakenHet veld Naam draagt een unieke naam voor de weergave. Het Type opstelling bepaalt of de referentie richting gebruikt voor de oriëntatie Noord of zenit zal zijn. Deze wordt typisch ingesteld op het type opstelling gebruikt voor de telescoop. Echter, bij gebruik van refractors en Schmidt-Cassegrain Telescopen (SCTs) met een draaibare diagonaal, zal de waarnemer een tendens hebben om het oculair voor comfort opnieuw in te stellen zodat het oculair op een gefixeerde hoek blijft staan met betrekking tot het zenit. Om deze reden maakt het zin om Altazimuth opstelling te kiezen zelfs wanneer de telescoop in werkelijkheid op een equatoriale opstelling staat. Kies Equatoriale opstelling wanneer de focuser niet opnieuw georiënteerd wordt, zoals wanneer een camera wordt gebruikt op een equatoriaal opgestelde telescoop. Voor telescopen van Newton die omdraaien (d.w.z. draaien met 180 graden maar niet het links-of rechtshandig zijn wijzigen) van de weergave, kies de optie Geïnverteerd. Dit is ook de juiste optie voor rechtdoor gaande refractors en zoekscoops. Bij gebruik van een opgerichte prisma diagonaal, richt het prisma het geïnverteerde beeld op door zijn omhoog-omlaag om te draaien. Dit resulteert over het geheel in een links-rechts gespiegelde afbeelding. Dus voor telescopen die een oprichtend prisma gebruiken, kies Gespiegeld. Een speciaal soort van prisma genaamd een Amici roof prism not richt niet alleen de afbeelding verticaal omhoog, maar voorkomt ook links-rechts spiegeling van de afbeelding. Zoekscoops die zo'n diagonaal bevatten worden normaal "Right-Angle Correct Image" genoemd of RACI zoekscoops. Zulke diagonalen kunnen ook gebruikt worden op refractors en SCT's. Bij gebruik van zo'n prisma die een juiste afbeelding produceert, kies de optie Correct. De optie Gespiegeld om de verticale as wordt niet gezien in typische astronomische instrumenten, maar wordt voor de volledigheid geleverd. Nog twee factoren moeten beschouwd worden : één is de hoek van het oculair met betrekking tot de referentie richting (Noord / zenit), en de ander is de oriëntatie van het hoofd van de waarnemer (and notie van de verticaal) wat we hebben uitgelegd bij het beschrijven van de correctie voor functie van de opgerichte waarnemer. Deze twee aspecten worden geconfigureerd met de enkele schuifregelaar getiteld Oculairhoek. Twee onder de schuifregelaar aanwezige illustraties tonen de interpretatie van deze instelling; links, zoals gezien van de voorkant wat gemakkelijker is voor Newton telescopen en rechts zoals gezien van de achterkant, gemakkelijker voor refractors en Cassegrains. De waarnemer staat natuurlijk aan de kant die het gemakkelijker maakt om door het oculair te kijken, dus de correctie voor de opgerichte waarnemer wordt automatisch overeenkomstig aangepast. Voor oculairhoeken die minder dan -1 graad op de schuifregelaar wordt de optie Correctie voor de opgerichte waarnemer, rechtshandig toegepast. Evenzo, voor oculairhoeken die groter zijn dan +1 graad, wordt de optie Correctie voor opgerichte waarnemer, linkshandig toegepast. Bij 0 graden, wordt geen correctie voor opgerichte waarnemer toegepast. Deze correctie wordt aangegeven door een silhouet van een persoon die staat aan de toepasselijke kant van de telescoop. In onze conventie, de meeste massaal gemaakte Dobsonians schijnen een correctie te hebben rond +45 graden. Af en toe is deze correctie ook nuttig voor zoekscoops met diagonalen. Men zou willen om expliciet de correctie voor opgerichte waarnemer uit te schakelen zelfs wanneer de oculairhoek niet nul is. Dit is nuttig in geval de weergave komt uit een CCD camera die de hoek ten opzichte van het telescooplichaam niet wijzigt (anders dan een hoofd van de waarnemer) of als de display die de hemelkaart van KStars toont is opgesteld op het telescooplichaam zelf. In dat geval kan de optie Display gemonteerd op de telescoop worden geactiveerd. Voor het tegenovergestelde effect, d.w.z. waar de oculairhoek nul is, maar de waarnemer voorover gebogen is om door het oculair te kijken vanaf een van de twee zijden, stel de oculairhoek in op plus of min 2 graden om de correctie voor de opgerichte waarnemer toe te passen; zal het minieme verschil niet merkbaar zijn. Tenslotte zou men de weergave willen activeren om ook het gezichtsveld (FOV) van de hemelkaart op een waarde in te stellen, bijvoorbeeld om het FOV van een zoekscoop. In dat geval kan het keuzevak Ook het gezichtsveld instellen worden geactiveerd en een toepasselijk in stellen gezichtsveld aanpassen gespecificeerd kan worden. Als dit niet is ingeschakeld wordt het zoomniveau van de hemelkaart niet gewijzigd wanneer deze weergave wordt toegepast. &hips;